18 - ik ben Hem kwijt

Zaterdag.
Meester haalt koffie koeken. W/we ontbijten om 14u. Daarna gaan W/we naar het strand. Even blootvoets de zee in, iets drinken op het strandterras om dan een plekje in de duinen te zoeken. Beschut tegen de wind, verwarmd door de zon. 'l' houdt haar kleren aan. Meester kleedt zich uit tot op Zijn slip na. Ik ook. Heerlijk is het om de zon en de wind op mijn blote huid te voelen.
Zand zweeft en dwarrelt op O/onze lichamen. Ik heb me geflokt tussen Meester Zijn benen. Algauw vind ik er mijn speelgoed. Als ik opkijk zie ik tussen het duingras een toeschouwer. Van zo hij ziet dat ik hem zie duikt hij weg. Meester en 'l' verwijten me dat ik droom. Er is niets te zien. Tot 'l' rechtstaat en de duin op klimt en met eigen ogen de gedaante ziet die ons bespiedt. Mijn gelijk wordt toegegeven.
De avond valt en we ruimen op. Meester trakteert op een ijsje. Daarna gaan we naar het appartement om ons om te kleden. Hij heeft gereserveerd in een kreeftenrestaurant.
Hij imponeert. Hij ziet er dolgelukkig uit. Hij straalt. Wantrouwen komt over me. De blik in Zijn ogen verraden meer dan Hij voor mogelijk houdt.
's Avonds komt 'l' direct O/ons direct in bed vergezellen.
'l' is een mooie meid. Innerlijk en uiterlijk. Een mooi strakke volle boezem, zachte ronde billen, sprankelende groene ogen. Een kleine stille genieter.
Meester weet haar lekker te verwennen.
Opnieuw lijk ik er voor spek en bonen bij te liggen. Alhoewel mijn opmerking van gister, Hij heeft het gehoord en tracht er me dit keer wel in te betrekken. Hij neemt mijn hand en leid die naar haar zachte volle borst. Tepels priemen rechtop. Hij verplaatst Zich naar het midden en Zijn handen weten ons beide te verwennen.
Algauw is 'l' gaan roezen. Ik vraag, eis, mijn potie aandacht op. Hij reageert met een tik op mijn kop.
Ik breek.
STOP
Hou op. Hij ziet dat ik het meen, en doet geen verder moeite. Ik draai me om te slapen. Maar begin al gauw te snikken. Onophoudelijk. Ik hou het niet meer en gooi alles er uit. Ik ween, snik, ga diep, hyperventileer. Hij tracht me troost te bieden. Vergeefse moeite. Alle vezels in mijn lijf schreeuwen het uit.
"Je bent Hem kwijt!"
Ja, ik ben hem kwijt.
Hij heeft me rustig gekregen. Ik veronderstel een of ander drukpunt. 'l' is naar haar kamer gegaan. Beiden sms'en naar elkaar. Hij in O/onze kamer, zij in haar kamer.
Uiteindelijk val ik in slaap.